Monday 24 October 2016

Wereld! Hallo


Het plan is om een boek te schrijven over hoe normen veranderen op dezelfde manier als taal, en daarmee het inzicht definitief te populariseren dat taal en cultuur niet wezenlijk van elkaar verschillen maar eigenlijk gewoon hetzelfde zijn. Binnen de moderne taalkunde is dat geen wereldschokkend nieuws, denk ik, maar daarbuiten realiseert geen hond zich dat! Taal bestaat uit normen! Als u, mijn lezer, enkel de eerste bladzijde van dit boek leest, hoop ik dat in elk geval die boodschap door blijft knagen en zich stukje bij beetje in uw overige denkpatronen nestelt.

[Hier die kerngedachte]


Sinds ik op dit inzicht kwam heb ik er een boek over willen schrijven. Ik kwam op het idee terwijl ik bij mijn vriendin Siri thuis zat. Onder haar luid protest was ik haar aan het uitleggen hoe taalakademies werken. Ze zei dat ze niet luisterde en dat het haar niet interesseerde, maar ik bleef maar doorzaniken, net zo lang tot haar vriend thuiskwam en ik wegmoest zodat ze rustig konden zoenen en eten koken. Staand op straat besefte ik dat ik hier een boek over wilde schrijven: hoe rechtbanken en taalakademies dezelfde functie vervullen, de ene voor normen en de andere voor woordbetekenissen. Siri wilde mijn verhaal al niet horen, hoezo zit dan de wereld op dit boek te wachten? Wereld, ik heb er vertrouwen in dat jullie me volgen in deze duizelingwekkende ontdekkingsreis. Het wordt vernieuwend aan alle kanten. De boodschap noch haar vorm zijn ooit tevoren zo gezien. Enkel dat ze op papier geprint en gekaft gaat worden en wellicht in boekwinkels en bij praatjes aan de man/vrouw gebracht, wat toch vrij onvernieuwend is; misschien kan ik het op eetpapier schrijven met choco-pen en – daar met een geit op een vlot een boek promoten al gedaan is – het door ezelrijdende schoonmaaksters laten voorlezen in gevangenissen en op kinderfeestjes (de kinderen kunnen het eetpapier vervolgens in hun party-bags mee naar huis krijgen en daar de zwaardere theorie tijdens het avondeten aan hun ouders uitleggen.)


In Luxemburg betalen ze je dik. Ik kreeg op de dag dat ik aankwam meteen een baan en ik beëindig de studie ondanks veelvuldige uitstapjes naar het buitenland met een klein maar zeker spaarvermogen. Binnen Noordwest-Europa denk ik dat het contrast tussen Luxemburg en Noord-Ierland een van de grootst mogelijk vindbare is. Met wat hier het magere overschot is van een studentenloon, kan ik mezelf in Belfast denk ik maandenlang in leven houden.

Dit boek moet in het Nederlands. Als je zo lang in het buitenland woont wordt Nederlands iets vreemds, het is ver weg en een soort fascinerende herinnering. De verhouding tot de taal verandert zeker weten: nu is het iets wat ik kan en weet, wat ik met mijn vrienden niet kan delen (ter hunner treurnis toch vaak geprobeerd). Als ik iemand tegenkom die het ook spreekt is het een gelegenheid om zowel voor hen die het wel als die het niet verstaan mijn vloeiendheid tentoon te spreiden. Aldus ontstaat in een woonkamer in Belfast een doorwrochten filosofische onderzoeking in het Nederlands. Het moet niet alleen in het Nederlands, het moet ook in zeer toegankelijk publiek-wetenschappelijk Nederlands, is het idee – sterker nog, een soort plezierig persoonlijk relaas waarbij je de zogenaamd moeilijke theorie snapt zonder dat het enige moeite kost. Wie weet win ik tegelijkertijd een spinozabeker en een gouden griffel.
 

Dat brengt me op het volgende thema: wetenschappelijke objectiviteit. Mij is het helder dat wetenschap niet objectief kan zijn en beter ook niet kan doen alsof. Voor ik dat aan de hand van Kuhn en zijn paradigma's ga uitleggen, wat ik overigens helemaal nog niet gelezen heb, eerst een anecdote ter illustratie: [het contrast tussen de denkwijzen in de MAGEO en de MLCMMC.]