Wednesday 2 October 2013

Herstart


Het nieuwe semester is begonnen. Ik had gepland om allerlei vakken waar ik eigenlijk niet voor ingeschreven sta te auditeren en dat plichtmatig ingeroosterd, maar desondanks heb ik me gisteren achter de computer verschanst en hoegenaamd niets volbracht. Vandaag werd ik doodmoe wakker, te moe om lang genoeg rechtop te staan om me aan te kleden, zodat ik besloot om op een ander matras nog wat verder te slapen. Zo heb ik al drie lessen gemist. De scriptiebegeleider heeft (eindelijk) gemaild en laten weten mij volgende week te willen spreken, wat wil zeggen dat ik deze twee weken één officiëel ingeroosterd lesuur heb. Vandaag heb ik me in de regen gewaagd om wat boeken in te leveren - te laat volgens het systeem, omdat mijn betaling voor dit studiejaar nog niet is verwerkt geloof ik. Op de natte trappen en rondom de poorten van het hoofdgebouw zaten groepen nieuwe eerstejaars, duidelijk nog te bevangen door alle nieuwe ervaringen om te merken wat een grauwe dag het was. Ik interpreteerde hun drukke praten als nervositeit: de stiltes vullen in een eerste gesprek met potentiële nieuwe vrienden. In het gebouw waar ik de afgelopen maand gewerkt heb stond een lange rij buitenlandse studenten die de receptie wilden spreken, ordentelijk gehouden door een van mijn voorheen-collega's. Door mijn inactiviteit gisteren kon mijn a4-tje met gewerkte uren, dat ik toen had moeten inleveren, pas volgende maand verwerkt worden. In de bieb ben ik naar de kasten met taalkundeboeken gelopen, op de tweede verdieping, en heb min of meer lukraak interessant ogende boeken uit de kast getrokken. Taalkundeartikelen vind ik meestal makkelijk om te lezen, volgens mij omdat taalkunde nabij mijn normale modus van denken is, maar misschien is dat onzin - misschien zijn ze gemiddeld beter geschreven omdat men in die sector zelfgeselecteerd is op taalgevoel. Ik las een artikel over een praktisch onderzoek in Strassbourg - naar taalkeuze van klanten en verkopers in warenhuizen - en de intro van een artikel over de filosofie achter critical discourse analysis. Iets wat daarin werd gezegd maakte grote indruk, namelijk dat taal niet op zich beschouwd kan worden los van sociale status, maar dat het de sociale realiteit juist bouwt of helpt te bouwen. Daarna was ik echter te moe om door te lezen. Thuis stond ik een tijdje met mijn hoofd tegen de waslijn, maar toen vond John dat ik gek deed en maakte hij citroen-tijmchips en thee voor me.

Omdat ik volgend jaar wellicht in een Duitssprekend land verder wil studeren heb ik me samen met een vriendin ingeschreven voor een Duitse taalclub, waarvan deze avond de eerste les. Tot mijn geruststelling was het precies wat ik had gehoopt, namelijk een soort excuus om zoveel mogelijk Duits te spreken, met een lerares wiens functie niet was om ons oefeningen te laten doen of over grammatica te drammen, maar om met onderwerpen voor gesprekken te komen en desgevraagd een woord te vertalen. Op de vraag waarom ik daar was heb ik enigszins trots laten weten dat ik overwoog om in Luxemburg een Master te gaan doen. Gisteravond zag ik namelijk dat daar een drietalige studie over meertaligheid wordt aangeboden en het lijkt me een bijzonder goede optie. Claire hakkelde meer dan ik maar ik was erg blij dat ze zich ook had ingeschreven, het voelt een stuk minder dreigend tussen de andere deelnemers, die allemaal in "Ruhestand" waren - met pensioen dus. Na het eten heb ik een begin gemaakt in Frisch' Homo Faber, dat mama voor me mee heeft genomen. Het leest het beste met Google Translate ernaast om snel alle onbekende woorden op te kunnen zoeken, hoewel ik had verwacht dat de computer te afleidend zou zijn. Nu ben ik nog wakker met de bedoeling een post te schrijven over dat taalkunde niet aan zijn prescriptiviteit kan ontsnappen, maar het is meer een soort dagboekentree geworden. Wat dan ook.

No comments:

Post a Comment